Van bestuurders en van ambtenaren mag je verwachten dat ze hun macht niet misbruiken om er zelf beter van te worden. Doen ze het toch, bijvoorbeeld door steekpenningen aan te nemen, dan spreken we van corruptie. Een corrupte functionaris laat burgers smeergeld betalen in ruil voor zaken waar ze eigenlijk gewoon recht op hebben, zoals een plek voor hun kinderen op school bijvoorbeeld. Vooral mensen die weinig verdienen, kunnen dat moeilijk opbrengen. Zo houdt corruptie mensen in armoede.

Corruptie komt overal voor. Het is een wereldwijd probleem en daarom maken de Verenigde Naties er werk van. In 2003 heeft de Algemene Vergadering van de VN het anti-corruptieverdrag aangenomen. Het is inmiddels door meer dan 100 lidstaten ondertekend.

Het verdrag is een doeltreffend rechtsinstrument tegen corruptie, onder meer omdat het zaken als strafbaarstelling, opsporing en bestrijding regelt en het de verdragspartners maant hun nationale wetgeving op deze punten aan te passen.