Oceanen (2)

In het zeerechtverdrag staat dat ieder land dat aan zee ligt, een strook zee langs de kustlijn van maximaal twintig kilometer breed mag bezitten. Dat zijn de territoriale wateren van een land. Daarnaast hebben landen die aan zee liggen het recht om een strook van 370 kilometer breed af te bakenen waarbinnen ze economische activiteiten mogen uitvoeren, zoals vissen of boren naar aardgas en olie. Die strook heet de economische zone.

Verder regelt het verdrag de ontginning van hulpbronnen uit delen van zee en oceaan die door geen enkel land zijn geclaimd. Het VN-bureau 'International Seabed Authority' moet daarvoor vergunningen verlenen.

Volgens het zeerechtverdrag zijn staten buiten de territoriale wateren alleen bevoegd op te treden tegen schepen die onder hun vlag varen, piratenschepen uitgezonderd. Piraterij is zo'n ernstig misdrijf dat elke staat ertegen mag optreden. Overal. 


Dolfijn<br>(UN Photo/Martine Perret)
Vissers in Senegal<br>(UN Photo/Evan Schneider)
Vissen in Oost-Timor<br>(UN Photo/Martine Perret)
Dolfijn
(UN Photo/Martine Perret)
vorige stop volgende
previous 0-45